Snaaibuien beheersen: 7 tips voor meer rust en controle
Verlang jij ook zo naar rust in je hoofd? Veel mensen die worstelen met hun eetgedrag verlangen nog meer naar rust in hun hoofd dan naar afvallen.
Misschien overkomt het jou ook regelmatig dat je voor je gevoel zomaar uit het niets ineens een snaaibui krijgt. Dat je een enorme drang voelt om iéts te eten. Het maakt eigenlijk niet uit wat. En misschien herken je ook dat je vooral ’s avonds zo’n behoefte krijgt om te snaaien?
Die onbedwingbare drang om te snaaien
Je ploft eindelijk op de bank. En je gedachten dwalen meteen af naar iets lekkers. Je denkt aan die chocoladereep die nog in de kast ligt. Of dat lekkere stuk kaas in de koelkast. Ergens neem je het liever niet, want je weet dat je daarna niet meer kan stoppen. Na die reep chocolade krijg je trek in chips. Of na dat stuk kaas pak je gerust nog een stroopwafel. Dus nee, je wil er niet aan toe geven.
Maar op de een of andere manier ben je toch bij de kast belandt en zet je je tanden in dat stuk kaas of chocolade en geef je toe aan een snaaibui.
Een hoofd vol verwijten
Als je naar bed gaat, voel je je opgeblazen en baal je van jezelf 😒.
Bekende gedachten spelen door je hoofd:
✅ ‘Wat gebeurt er toch met me?’
✅ ‘Waarom kan ik dit toch niet.’
✅ ‘Wat ben ik toch een slappeling’.
✅ ‘Dit is toch niet wat ik wil’
Je zucht eens diep en gaat naar bed met het voornemen om het morgen echt anders te doen 😩.
Eetdrang
Eetdrang of snaaidrang heeft niets te maken met buikhonger. Het is hoofdhonger.
Eetdrang kent diverse vormen en komt op verschillende momenten. Misschien heb je dat moment niet altijd in de avond als je op de bank ploft, maar regelmatig als je uit je werk komt, een vrije dag hebt, je stress hebt of juist als je je verveelt.
Er zijn verschillende oorzaken voor eetdrang. In de kern hebben deze oorzaken gemeen dat je vaak een gevoel hebt wat je niet prettig vindt en wat je door eten wil onderdrukken. Dit doen veel mensen onbewust.
Een veelvoorkomende oorzaak voor eetdrang, is het lastig vinden om te schakelen 😉.
Schakelen
Schakelmomenten zijn momenten waarop je van de ene situatie naar de andere gaat. In feite stap je van de ene rol die je vervult in de andere.
Bijvoorbeeld:
• Je stapt vanuit de drukte op je werk naar de rust in de auto op weg naar huis.
• Van de gezelligheid en het samen zijn op het feestje ga je naar alleen thuis zijn.
• Na een intensieve dag komt er een moment waarop je even helemaal niets hoeft.
• Je bent de hele avond druk geweest met de kinderen en ploft even rustig op de bank.
Je gaat in feite van inspanning naar ontspanning. Van samen naar alleen. Of van drukte naar rust.
Onrust
Schakelmomenten zijn dus momenten waarop je van de ene situatie in de andere stapt met alles wat daarbij hoort. Een andere sfeer, andere emoties, andere verwachtingen van jezelf of anderen, andere gedachtes etc.
De veranderingen die het schakelen met zich mee brengt, zorgen voor onrust. En onrust is dé grote trigger voor eetdrang.
Leren schakelen, helpt je dus enorm om meer rust in je hoofd te krijgen als het om eten gaat.
Daarom geef ik je graag 7 TIPS die jou helpen om beter te schakelen.
7 TIPS
1. Inzicht
Iedere verandering begint met inzicht. Zorg daarom dat je inzicht krijgt in jouw schakelmomenten. Bekijk van te voren hoe je dag of week eruit gaat zien. Wat zijn momenten die je lastig vindt en waarop je onrust ervaart?
2. Acceptatie
Accepteer dat je onrust en het schakelen nog niet zo gemakkelijk vindt. Als je ongemak van jezelf accepteert, stop je in ieder geval met er tegen vechten. Je aandacht kan je dan weer richten op wat je wél wil. Dat schept ruimte om er iets mee te doen.
Onderzoek hoe je nu met deze momenten omgaat. Wat werkt voor jou en wat juist niet? Hoe wil je graag met deze schakelmomenten omgaan?
3. Nieuwe gewoontes
Het is eenvoudiger om niet helpende gewoontes te vervangen door nieuwe gewoontes die wel helpen. Dan om gewoontes alleen maar te schrappen. Leer jezelf daarom om anders met schakelmomenten om te gaan. Schakelen doe je meerdere keren per dag. Kijk eens hoe jij het jezelf zo gemakkelijk mogelijk kan maken.
- Heb je veel reistijd vanuit je werk naar huis? Zet de telefoon dan eens uit. En luister naar muziek waar je blij van wordt of wat jou ontspant.
- Vind je het lastig om direct uit je werk de keuken in te gaan om te koken? Gun jezelf dan eerst een kwartiertje tijd om te ‘landen’ als je thuis komt. Drink iets. Ga even zitten en ga dan aan de slag.
- Loop je automatisch naar de kast als je partner nog even gaat werken? Blijf dan eens even zitten en sta stil bij jezelf. Wat maakt dat je onrustig wordt als je alleen zit? Waar word je blij van als je alleen bent? Een boek lezen, TV kijken, iemand bellen?
4. Schakel langzaam terug
Als je de hele dag druk bent met werk, kinderen en zorgen voor anderen. Dan is het niet zo raar dat je niet meteen relaxed bent als je dan even alleen op de bank zit. Je wil dan wel ontspannen, maar dat lukt niet. Grote kans dat je onrust alleen maar groter wordt, als je je ook nog eens gaat storen aan het feit dat je niet meteen relaxed bent.
- Bouw een drukke dag daarom langzaam af.
- Doe de klusjes die je nog te doen hebt als je thuis komt in steeds iets lager tempo.
- Geef ieder klusje de aandacht dat het verdiend. Zodat je hartslag vanzelf wat vertraagt en je al meer tot rust komt.
5. Vanuit je hoofd terug in je lichaam
Veel mensen staan de hele dag aan. We zitten vooral in ons hoofd. En gedachten blijven de hele tijd maar komen.
Herken je bij jezelf dat je hoofd nooit stil staat? Oefen dan eens om vanuit je hoofd terug te komen in je lichaam. Zodat je weer meer tot rust komt. Maak een kleine wandeling, doe een korte mindfulnes oefening (bijv. 1 minuutje op je ademhaling letten), ga sporten of doe wat grondoefeningen.
Dit hoef je niet alleen te bewaren voor ‘s avonds. Het is heel effectief om ook overdag het tempo wat te verlagen en een paar momentjes van rust in te bouwen. Dat hoeft niet groot te zijn. Je kan ook op het toilet even stil staan bij jezelf door even op je ademhaling te letten of jezelf de vraag te stellen ‘Hoe gaat het nu met mij?’.
6. Bedenk dat onze geest schreeuwt, maar ons lichaam fluistert.
Als je jezelf toestaat om meer te luisteren naar je lichaam. Zal je eerder opmerken hoe het met je gaat. En waar je werkelijk behoefte aan hebt op dat moment.
Door de signalen van je lichaam meer serieus te nemen en het hoofd zo nu en dan het zwijgen op te leggen, leer je beter kennen waar je werkelijk behoefte aan hebt. Je zal merken dat als je hier wat vaker bij stilstaat en blijft oefenen dat het schakelen vanzelf gemakkelijker wordt. En als je beter leert schakelen, zal je behoefte om te snaaien op die momenten verminderen.
7. Bedenk waar eten voor bedoeld is
Als je zwaarder bent dan je wil zijn, dan is de kans groot dat je eten niet alleen gebruikt om jezelf te voeden, maar dat je overeet of snaait om andere redenen. Bedenk dan dat eten alleen maar een oplossing is voor buikhonger. Als honger niet het probleem is, is eten ook nooit de oplossing.
Als je een gezonde relatie met eten hebt, dan ben jij de baas over eten. Dat betekent niet dat je je nooit meer ongemakkelijk of onrustig voelt of altijd alleen maar gezond eet. Het betekent wel dat je zelf bewust kiest wat je wel of niet wil eten, ongeacht de situatie waarin je je bevindt.
De baas worden over eten, betekent ook de baas zijn over jezelf. Daarmee bedoel ik dat je jezelf goed leert kennen. Dat je jezelf accepteert met alle leuke en minder leuke eigenschappen die bij je horen. En dat je jezelf met compassie leert behandelen.
Dat gaat niet over eten of diëten. Dat gaat over het ontwikkelen van een gezonde mindset over eten en jezelf.
Meer doen tegen eetdrang?
- Heb jij last van eetdrang, eetbuien of emotie-eten en wil je hier graag meer over lezen? Vraag dan meteen mijn GRATIS E-book Eetdrang: snaaibuien, eetbuien & emotie eten verminderen aan. Daarin vind je meer tips tegen eet- en snaaibuien.
- Ga je liever meteen aan de slag om eetdrang de baas te worden? Meld je dan aan voor mijn workshop hoofdhonger de baas of neem contact met me op.
Een gezonde relatie met eten en jezelf gaat over vaardigheden die iedereen kan leren. Dus ook jij 😉.
Ik help je hier graag bij.
Groetjes,
Karin